Over het geslachtsregister bij Mattheus
MP3•Bölüm sayfası
Manage episode 438623394 series 2342460
İçerik Dr. Robbert Adrianus Veen PhD and Robbert Veen tarafından sağlanmıştır. Bölümler, grafikler ve podcast açıklamaları dahil tüm podcast içeriği doğrudan Dr. Robbert Adrianus Veen PhD and Robbert Veen veya podcast platform ortağı tarafından yüklenir ve sağlanır. Birinin telif hakkıyla korunan çalışmanızı izniniz olmadan kullandığını düşünüyorsanız burada https://tr.player.fm/legal özetlenen süreci takip edebilirsiniz.
Hoe wordt in het Nieuwe Testament de relatie tussen de discipoelen van Jezus en het Rabbijnse Jodendom en Israel beschouwd? Om te beginnen: hoe maakt Mattheus dat duidelijk in het geslachtsregister waarmee zijn evangelie het verhaal van Jezus de Koning inleidt?
Hoe wordt in het Nieuwe Testament de relatie tussen de discipelen van Jezus en het Rabbijnse Jodendom en Israel beschouwd? Om te beginnen: hoe maakt Mattheus dat duidelijk in het geslachtsregister waarmee zijn evangelie het verhaal van Jezus de Koning inleidt? De bedoeling van die geslachtsregisters is meestal om een held te eren, een grote menselijke figuur. Dit doen ze niet alleen door te vertellen wat deze helden allemaal gedaan en gewild hebben, maar ook door legitimiteit te geven aan wie ze zijn en wat ze gedaan hebben, door het verleden erbij te betrekken. Het is een beetje alsof je aan iemand die je net hebt ontmoet vraagt wie zijn ouders en grootouders waren. Meestal stopt het daar bij ons, we praten niet vaak over overgrootouders enzovoort.
Het verhaal over Jezus dat Matthäus gaat vertellen, moet dus beginnen met zo'n genealogie, zo'n geslachtsregister. Het gaat erom waar deze Jezus vandaan komt; dat geeft legitimiteit aan zijn bestaan. Dit zie je ook in de Romeinse literatuur, zoals in het heldenverhaal over Aeneas, dat ook een geslachtsregister bevat. Bij de troonsbestijging van de Romeinse keizer werd ook verteld waar hij vandaan kwam, met twee elementen: het noemen van zijn voorgeslacht en de bijzondere omstandigheden van zijn geboorte.
Bij Matthäus begint dit vanaf vers 18 en loopt door tot hoofdstuk 4 vers 11. Dit omvat ook de verzoeking in de woestijn en alles wat hij vertelt over Johannes de Doper. Dit hoort allemaal bij de introductie van Jezus, vanaf zijn voorgeslacht tot en met zijn voorbereiding voor zijn dienst, die in hoofdstuk 4 vers 12 begint met de proclamatie van het koninkrijk. Degene die dat koninkrijk gaat verkondigen, wie is dat dan?
Matthäus doet dit door een kunstig opgezet geslachtsregister te geven, duidelijk verdeeld in drie delen. Eerst hebben we het patriarchaat: Abraham, zoon van David, zoon van Abraham; dan van Abraham naar Isaac, Jacob, Juda, Tamer, Peres, Hezeron enzovoort. Zo gaan we richting David; bij David begint natuurlijk het gedeelte over het koningschap. Een belangrijke breuk in de geschiedenis van Israël is de ballingschap. In vers 11 vinden we: Jozef verwekte Jechonja en zijn broers ten tijde van de wegvoering naar Babel. Na de wegvoering naar Babel verwekte Jechonja etc. Dus weer een zevental.
De opzet is duidelijk: het geslachtsregister is vooral een soort samenvatting van de geschiedenis van Israël. Jezus, de Christus, geboren uit Maria in vers 16, is voortgebracht door de geschiedenis van Israël. Jezus is de erfgenaam van alles wat God met Israël heeft willen doen en dat maakt hem tot de perfecte koning. Hij komt voort uit Abram die geroepen is uit Ur der Chaldeeën en tot zegen zou zijn voor alle volkeren.
Die volkeren zijn in dat geslachtsregister ook duidelijk aanwezig. Tamar kan een Aramese of Kanaanietische zijn (Genesis 38), Rachab is duidelijk een Kanaanietische (Richteren 2-6), Ruth is een Moabitische, en Bathseba was getrouwd met Uria, een Hethiet (2 Samuël 11). Deze vrouwen suggereren dat niet-Joden een plaats hebben in de voorgeschiedenis van de koning van Israël en daarmee ook in de gemeenschap die hij stichtte. De zonden die hier aan bod komen, worden niet als heel belangrijk gezien.
Wat wel belangrijk is, is dat er een connectie is ontstaan tussen deze mensen en de geschiedenis van Israël zoals God die bedoeld heeft. God heeft niet-Joden al verwerkt in deze geschiedenis vanwege Abraham's zegen dat alle geslachten van de aarde gezegend zouden worden door hem.
Er wordt vaak gedacht dat na Israël een nieuwe gemeenschap ontstaat waarin Joods-zijn geen rol meer speelt. Maar dit idee moeten we laten varen; volgens Matthäus blijft Israël belangrijk.
Het schema draait om het getal veertien: dalet (4), waw (6), dalet (4) vormen samen veertien in gematria (getallensymboliek). Veertien staat voor compleetheid of zelfs meer dan compleetheid. Om dit aantal te bereiken slaat Matthäus enkele koningen over: Achazja, Joas, Amazia, Jehoahaz en Jojakim worden niet genoemd.
Er ontbreekt één naam na de ballingschap want er worden er maar 13 genoemd; sommigen denken dat dit Christus zelf of zijn terugkeer suggereert. Samenvattend geeft dit geslachtsregister legitimiteit aan Jezus' bestaan als koning door hem te verbinden met zowel Joodse als niet-Joodse voorouders binnen Gods plan voor Israël en alle volkeren.
Become a supporter of this podcast: https://www.spreaker.com/podcast/koinonia-bijbelstudie-live--595091/support.
…
continue reading
Hoe wordt in het Nieuwe Testament de relatie tussen de discipelen van Jezus en het Rabbijnse Jodendom en Israel beschouwd? Om te beginnen: hoe maakt Mattheus dat duidelijk in het geslachtsregister waarmee zijn evangelie het verhaal van Jezus de Koning inleidt? De bedoeling van die geslachtsregisters is meestal om een held te eren, een grote menselijke figuur. Dit doen ze niet alleen door te vertellen wat deze helden allemaal gedaan en gewild hebben, maar ook door legitimiteit te geven aan wie ze zijn en wat ze gedaan hebben, door het verleden erbij te betrekken. Het is een beetje alsof je aan iemand die je net hebt ontmoet vraagt wie zijn ouders en grootouders waren. Meestal stopt het daar bij ons, we praten niet vaak over overgrootouders enzovoort.
Het verhaal over Jezus dat Matthäus gaat vertellen, moet dus beginnen met zo'n genealogie, zo'n geslachtsregister. Het gaat erom waar deze Jezus vandaan komt; dat geeft legitimiteit aan zijn bestaan. Dit zie je ook in de Romeinse literatuur, zoals in het heldenverhaal over Aeneas, dat ook een geslachtsregister bevat. Bij de troonsbestijging van de Romeinse keizer werd ook verteld waar hij vandaan kwam, met twee elementen: het noemen van zijn voorgeslacht en de bijzondere omstandigheden van zijn geboorte.
Bij Matthäus begint dit vanaf vers 18 en loopt door tot hoofdstuk 4 vers 11. Dit omvat ook de verzoeking in de woestijn en alles wat hij vertelt over Johannes de Doper. Dit hoort allemaal bij de introductie van Jezus, vanaf zijn voorgeslacht tot en met zijn voorbereiding voor zijn dienst, die in hoofdstuk 4 vers 12 begint met de proclamatie van het koninkrijk. Degene die dat koninkrijk gaat verkondigen, wie is dat dan?
Matthäus doet dit door een kunstig opgezet geslachtsregister te geven, duidelijk verdeeld in drie delen. Eerst hebben we het patriarchaat: Abraham, zoon van David, zoon van Abraham; dan van Abraham naar Isaac, Jacob, Juda, Tamer, Peres, Hezeron enzovoort. Zo gaan we richting David; bij David begint natuurlijk het gedeelte over het koningschap. Een belangrijke breuk in de geschiedenis van Israël is de ballingschap. In vers 11 vinden we: Jozef verwekte Jechonja en zijn broers ten tijde van de wegvoering naar Babel. Na de wegvoering naar Babel verwekte Jechonja etc. Dus weer een zevental.
De opzet is duidelijk: het geslachtsregister is vooral een soort samenvatting van de geschiedenis van Israël. Jezus, de Christus, geboren uit Maria in vers 16, is voortgebracht door de geschiedenis van Israël. Jezus is de erfgenaam van alles wat God met Israël heeft willen doen en dat maakt hem tot de perfecte koning. Hij komt voort uit Abram die geroepen is uit Ur der Chaldeeën en tot zegen zou zijn voor alle volkeren.
Die volkeren zijn in dat geslachtsregister ook duidelijk aanwezig. Tamar kan een Aramese of Kanaanietische zijn (Genesis 38), Rachab is duidelijk een Kanaanietische (Richteren 2-6), Ruth is een Moabitische, en Bathseba was getrouwd met Uria, een Hethiet (2 Samuël 11). Deze vrouwen suggereren dat niet-Joden een plaats hebben in de voorgeschiedenis van de koning van Israël en daarmee ook in de gemeenschap die hij stichtte. De zonden die hier aan bod komen, worden niet als heel belangrijk gezien.
Wat wel belangrijk is, is dat er een connectie is ontstaan tussen deze mensen en de geschiedenis van Israël zoals God die bedoeld heeft. God heeft niet-Joden al verwerkt in deze geschiedenis vanwege Abraham's zegen dat alle geslachten van de aarde gezegend zouden worden door hem.
Er wordt vaak gedacht dat na Israël een nieuwe gemeenschap ontstaat waarin Joods-zijn geen rol meer speelt. Maar dit idee moeten we laten varen; volgens Matthäus blijft Israël belangrijk.
Het schema draait om het getal veertien: dalet (4), waw (6), dalet (4) vormen samen veertien in gematria (getallensymboliek). Veertien staat voor compleetheid of zelfs meer dan compleetheid. Om dit aantal te bereiken slaat Matthäus enkele koningen over: Achazja, Joas, Amazia, Jehoahaz en Jojakim worden niet genoemd.
Er ontbreekt één naam na de ballingschap want er worden er maar 13 genoemd; sommigen denken dat dit Christus zelf of zijn terugkeer suggereert. Samenvattend geeft dit geslachtsregister legitimiteit aan Jezus' bestaan als koning door hem te verbinden met zowel Joodse als niet-Joodse voorouders binnen Gods plan voor Israël en alle volkeren.
Become a supporter of this podcast: https://www.spreaker.com/podcast/koinonia-bijbelstudie-live--595091/support.
470 bölüm